i-Tem – Overvloed!
Hoeveel terabyte aan vakantiekiekjes zal de komende maanden weer in tig-voud worden toegevoegd aan de digitale opslagmogelijkheden? Wij komen meestal thuis met een kleine 1.000 foto’s, gemaakt met camera’s, telefoons en een GPS. Thuis worden ze bij elkaar verzameld en een paar maanden later, of zoveel eerder als mogelijk, komen de leukste of beste foto’s in een fotoboek, op papier. Ook komt een deel van de foto’s, op het moment zelf of later, terecht op sociale media. Zo zet ik m’n foto’s meestal op Facebook, zonder de foto’s van m’n gezinsleden. Vind ik leuk. De meeste waarde hecht ik aan het fotoboek. De rest kijk ik nooit meer naar. Te veel gedoe en niet voldoende handig. Ik heb niet de behoefte en ervaar niet de noodzaak om anders met m’n digitale foto’s om te gaan. Misschien verdwijnen ze vanzelf als de digitale opslag ophoudt te bestaan of wordt vervangen. Kortom: ik heb geen selectiebeleid en geen preservation-plan.
Als overheid hebben we deze verplichting wel. In de Archiefwet 1995 is de plicht tot vernietiging opgenomen. Omdat er veel informatie ontstaat. De Archiefwet maakt geen onderscheid in papieren en digitale informatie. Voor en na het verschijnen van ‘Gaten in het geheugen’ (2004) en de ‘Dementerende overheid’ (2005) zijn we ons zorgen gaan maken over het ‘zomaar’ verloren gaan van digitale informatie en de gevolgen hiervan voor de volledigheid van onze archieven.
Een te veel aan informatie is niet handig en een dreigend verlies van relevante informatie is ook niet de bedoeling. Informatie verdient zorg. Dit geldt in elk geval voor informatie van de overheid.
Selectiebeleid en een plan voor het behoud van relevante informatie horen hierbij. Op mijn werk kan ik niet doen zoals thuis. En thuis hoef ik niet te doen alsof ik op m’n werk zit. Op dit punt lopen werk en privé dan ook niet door elkaar.
Toch is er wel overlap. Eigenlijk maak ik stiekem wel een keuze en ken ik een waardering toe aan mijn vakantiekiekjes. En ik maak een kosten-batenafweging. Wat kost het mij aan inspanningen om mijn vakantiekiekjes zodanig te bewaren dat ik ze ook nog een beetje redelijk terug kan vinden voor later? Die inspanning is me snel te veel: mapjes maken en een goede naam geven, foto’s in de mapjes ordenen en voorzien van een naam om ze nog enigszins terug te kunnen vinden. Kijken of ik alle foto’s om wil zetten naar hetzelfde formaat of in elk geval tijdig omzet naar een bruikbaar formaat. Enzovoort. Ik zou het wel kunnen. De komende vakantie ga ik er eens over nadenken waarom ik dat dan toch niet doe. En waarom ik het de wereld van vandaag en morgen niet gun om kennis te kunnen blijven nemen van mijn vakantiekiekjes. Alle digitale informatie is toch immers goud waard?
Door: Jack Karelse