Netwerk Digitaal Erfgoed

Netwerk Digitaal Erfgoed

In 2014 is op initiatief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE) opgezet. Het NDE heeft als missie om, in samenwerking met alle erfgoedinstellingen in Nederland, een stelsel van landelijke voorzieningen en diensten te ontwikkelen voor het verbeteren van de zichtbaarheid, bruikbaarheid en houdbaarheid van digitaal erfgoed. Digitaal erfgoed wordt hier in de breedst mogelijke zin van het woord bedoeld. Hierbij moet zowel gedacht worden aan digitaal ontstane archiefbescheiden zoals computertekeningen bij hedendaagse architectuurprojecten als aan bijvoorbeeld een museumstuk dat omwille van behoud wordt gedigitaliseerd. Ook komt digitaal erfgoed voort uit een groot aantal sectoren, zoals blijkt uit de vijf sectorale knooppunten die binnen het Netwerk zijn geïdentificeerd: de Koninklijke Bibliotheek, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en het Nationaal Archief. Met recht mag hier dus gesproken worden van een breed opgezet Netwerk dat op het gebied van digitaal erfgoed alomvattend tracht te zijn.

Enige tijd terug maakte het Netwerk Digitaal Erfgoed op hun website bekend dat zij hun werkzaamheden in 2019 en 2020 zullen versnellen. Dit is onder meer mogelijk doordat de nieuwe Auteurswet digitalisering en toegankelijkheid van digitale bescheiden voor culturele erfgoedinstellingen versoepelt, maar ook doordat het Ministerie van OCW meer geld voor het beheer van digitaal erfgoed beschikbaar heeft gemaakt. Aan deze extra middelen is de opdracht gekoppeld om in 2019 en 2020 te zorgen voor intensivering van de dienstverlening en het digitale materiaal van het NDE voor een bredere doelgroep beschikbaar en toegankelijk maken. Bij het uitvoering van deze opdracht worden twee pijlers onderscheiden: het ontwikkelen van generieke voorzieningen en het bevorderen van deskundigheid op het gebied van het zichtbaar, bruikbaar en houdbaar maken van digitaal erfgoed. Deze pijlers geven een verdere invulling aan het uitvoeren van de in 2015 uitgezette Nationale Strategie. Op deze Nationale strategie is ook de missie van het NDE gebaseerd. Een goede reden dus om eens te kijken naar wat deze Nationale Strategie inhoudt en naar een voorbeeld van hoe deze concreet gestalte kan krijgen.

Nationale Strategie Digitaal Erfgoed

De Nationale Strategie Digitaal Erfgoed is opgesteld door het NDE om op landelijk niveau na te denken over verbeteringen van de zichtbaarheid, bruikbaarheid en houdbaarheid van digitaal erfgoed. De Nationale Strategie vertrekt vanuit het perspectief dat steeds meer erfgoedinstellingen gebruik maken van digitale oplossingen om hun collecties zichtbaar en bruikbaar te maken en duurzaam op te slaan. Deze oplossingen worden op dit moment geïmplementeerd en beheerd op sectorniveau. Er kan echter aanzienlijke winst worden geboekt qua efficiency en effectiviteit door gezamenlijke afspraken te maken over standaardisaties en door collecties aan elkaar te koppelen. Gebruikers kunnen dan bovendien erfgoedstukken in een rijkere context raadplegen, beleven en hergebruiken. Om deze doelen te bereiken, is echter wel sectoroverstijgende schaalvergroting nodig op het gebied van digitale infrastructuur. De Nationale Strategie wil een opmaat bieden tot het bewerkstelligen van deze schaalvergroting.

Een belangrijk element van de Nationale Strategie is het vergroten en het versterken van netwerken. Vijf zogeheten knooppunten zijn aangewezen om partijen met elkaar te verbinden en kennis uit verschillende sectoren samen te brengen. De instellingen die deze rol vervullen, maken het mogelijk dat instituten door grootschalige initiatieven beter samen kunnen werken. Ook moeten netwerken door openheid over afspraken en verdere standaardisatie effectiever worden. Hiernaast is een aantal doelgroepen van gebruikers geselecteerd om de presentatie van digitaal erfgoed op af te stemmen. Hierbij gaat het niet alleen om burgers, maar ook om bijvoorbeeld onderwijs en creatieve bedrijven. Om standaardisering en maatwerk zo veel mogelijk met elkaar te combineren, is in de Nationale Strategie een drielagenmodel uitgewerkt. Naast het materiaal van individuele collecties, wat in dit model onderdeel maakt van de laag van content, is hierin ook aandacht voor toepassingen waarmee diensten kunnen worden gebruikt om collecties te raadplegen in gebruikersportalen en voor toepassingen die verbindingen tot stand brengen (denk bijvoorbeeld aan indices en beschrijvingen van materiaal in collecties, maar ook aan Linked Data, waarover later meer). De intentie is om via dit model tot zowel efficiënte als flexibele voorzieningen te komen.

In de Nationale Strategie wordt een vijftal doelstellingen genoemd om de geplande verandering en schaalvergroting in de praktijk te brengen. Door meer te sturen op beleid, compatibiliteit en openheid moet meer samenwerking tot stand komen. Om deze samenwerking mogelijk te maken, zal de ruimte voor vrijblijvendheid die erfgoedinstellingen bij het ontwikkelen van standaarden hebben moet worden ingeperkt, hetgeen eveneens als doel wordt aangemerkt. Een derde doel is het ontwikkelen van een referentiearchitectuur voor de cultuursector waarin generieke principes en best practices voor digitalisering zullen worden opgenomen. Dit doel is inmiddels verwezenlijkt in de vorm van Digitaal Erfgoed Referentie Architectuur (DERA). Ten vierde zal de interactie tussen gebruikers, leveranciers en beheerders van infrastructurele voorzieningen worden versterkt om partijen meer met elkaar in gesprek te brengen. Tot slot wil de Nationale Strategie komen tot een samenwerking over het gehele domein van de erfgoedsector om de rol van instellingen en overheden die collecties beheren te verbeteren. De Nationale Strategie noemt een drietal werkprogramma’s (Digitaal Erfgoed Zichtbaar, Digitaal Erfgoed Bruikbaar, Digitaal Erfgoed Houdbaar) om deze doelstellingen in 2015 en 2016 naar de praktijk te vertalen. Hierin staat nader toegelicht hoe de positie van digitaal erfgoed kan worden verbeterd op alle drie de lagen die in het model uit de Nationale Strategie zijn onderscheiden.

De Nationale Strategie is te vinden op: https://www.netwerkdigitaalerfgoed.nl/over-het-netwerk/nationale-strategie/.

Spoorboekje Digitalisering Erfgoedcollecties

Een voorbeeld van het in praktijk brengen van de Nationale Strategie is het Spoorboekje Digitalisering Erfgoedcollecties. Deze is uitgegeven door Erfgoedhuis Zuid-Holland in samenwerking met het NDE. Dit Spoorboekje is geschreven met als doel om collectiebeheerders te ondersteunen bij het digitaliseren van hun collecties. Het Spoorboekje bestaat uit vier opeenvolgende trajecten, ieder met hun eigen kleur, die eenvoudig van elkaar te onderscheiden zijn. Ieder traject bestaat uit een aantal concrete stappen die moeten worden gezet om de digitale positie van de collectie te verbeteren. Hiermee kan uiteindelijk een route worden afgelegd van een collectie die niet of beperkt is geregistreerd tot een collectie die online beschikbaar is en op gebruiksvriendelijke wijze verbonden is met andere erfgoedinformatie. Aan het begin van het spoorboekje is een schets opgenomen van de beginsituatie bij ieder van deze vier trajecten. Aan de hand hiervan kan een collectiebeheerder zelf inschatten welke van deze vier trajecten het beste aansluit bij diens eigen organisatie.

De trajecten zijn stapsgewijs opgezet door een associatieve opeenvolging van blokken met beknopte tekst. Hierbij wordt voortdurend stilgestaan bij de gewenste eindsituatie en wat nodig is om deze situatie te bereiken. Naast een beschrijving van de stappen die hiervoor gezet moeten worden, bevat het Spoorboekje ook een aantal tips die bij het zetten van deze stappen kunnen helpen. In aparte blokken staat een aantal hyperlinks waarmee aanvullende informatie kan worden geraadpleegd. Dankzij de verzorgde interface gaan deze verwijzingen niet ten koste van de overzichtelijkheid. Het Spoorboekje is eenvoudig om door te bladeren en doet door de kleurstelling prettig aan. Daarmee sluit het zowel aan bij de behoeften van gebruikers die alleen noodzakelijke informatie willen raadplegen als gebruikers die willen doorklikken om meer te weten te komen. Dat het Spoorboekje zowel informatief als gebruiksvriendelijk is, mag een groot pluspunt genoemd worden.

Het uiteindelijke resultaat waar het Spoorboekje naartoe werkt, is online toegankelijkheid van de collectie als Linked Open Data. Linked Data is een standaard waarmee niet alleen documenten met elkaar in verband worden gebracht, maar ook de inhoud van documenten wordt gedeeld. Daarmee kan een stuk uit een collectie veel gemakkelijker in context geplaatst worden, waardoor verbanden met andere collecties ook gedetailleerder te leggen zijn. Hierdoor worden stukken gemakkelijker vindbaar en deelbaar. Als deze data via een open platform gedeeld worden, kan een collectie ook verder worden gebruikt. Dit einddoel voert aanzienlijk verder dan het registeren van een collectie en zal wellicht niet voor iedere instelling op korte termijn te realiseren zijn. Het laat echter zowel de mogelijkheden als de omvang van een digitaliseringsproject zien. Daarmee geeft het een beeld van de toekomst van digitaal erfgoed en wat er praktisch nodig is om deze toekomst te realiseren.

Het Spoorboekje is te vinden op: https://www.erfgoedhuis-zh.nl/media/1707/spoorboekje_landelijk_def.pdf.

Samuel van Bruchem

Terug naar overzicht