iTem: Authentieke informatie en nepnieuws
Authentieke informatie en nepnieuws
In de vakantie laat je je werk achter je en is het tijd voor ontspanning. Een boek lezen hoort daar voor mij bij. ‘In naam van Zeus’* leek me een goede keuze en dat was het ook. Met veel plezier heb ik het gelezen. Het is een boek van de mij onbekende schrijver en onderzoeker Erich von Däniken. Iemand die niet bang is om out of the box te denken. In ‘In naam van Zeus’ nam hij me mee in de wereld van (Griekse) goden en raadsels en laat hij mij kennis maken met de argonauten. En, zo vraagt hij, stel je eens voor dat de wereld veel ouder is dan we denken. Dat goden en reuzen ooit werkelijk op aarde hebben rondgelopen. Deze gedachte zou bijvoorbeeld onverklaarbare vondsten op verschillende plaatsen op aarde kunnen verklaren.
Von Däniken blijkt al vele jaren met deze gedachten bezig te zijn. En dat het zo zou kunnen zijn onderbouwt hij op verschillende manieren. Zo noemt hij in het boek steeds diverse bronnen waarin dezelfde of vergelijkbare informatie is te vinden. Boeiender vind ik zijn stelling over de betrouwbaarheid van informatie op kleitabletten. Daarop werden geen sprookjes of flauwekul vereeuwigd: “Schrijven was omstreeks 2000 v.Chr. nog een vermoeiende en bovendien bijzonder verantwoordelijke taak.(…) Leugens en verzinsels werden niet in klei gegrift, en dromen al helemaal niet.(…) Er werd alleen genoteerd wat van werkelijke betekenis was. En daartoe behoorden al spoedig de toen nog bestaande –en niet zomaar verzonnen- overleveringen over de goden met hun bovenmenselijke wapens en hun bovennatuurlijke macht.” Dus als op oude kleitabletten melding wordt gemaakt van het bestaan van goden en reuzen, dan mogen we aannemen dat ze ook hebben bestaan! Net als de robot ‘Chumbala’ uit het Gilgamesj-epos dat bewaard is gebleven op kleitabletten van vijf- tot zesduizend jaar oud.
De waarde van deze column is van heel andere categorie: vandaag de dag kost het vrijwel geen inspanning om teksten toe te vertrouwen aan het papier of op te nemen op een blog of (sociale) media. Iedereen beheerst deze kunst. Maar misschien geldt voor mijn schrijfsels wel wat voor het werk van Plato geldt? Wie Plato’s werk leest, aldus Von Däniken, wordt overal met de zoektocht naar waarheid geconfronteerd. Als in Plato’s dialogen (en discussiegroep) wordt gefantaseerd, dan wordt dit aangegeven en staat de tekst in conjunctief. Van beide is geen sprake bij het verhaal over Atlantis in De Dialogen. Dus zou dit verhaal goed op waarheid kunnen berusten. Ook omdat de betreffende dialoog begint met de verklaring dat het weliswaar een merkwaardig verhaal is, maar ‘aanspraak maakt op de volle waarheid’. Von Däniken merkt in het boek op dat dat wat de waarheid is, mede afhankelijk is van de tijdgeest. Vandaag de dag zeker herkenbaar. “Als zaken uit het verleden ons niet goed uitkomen maken wij ons ervan af met het argument dat het vroeger nu eenmaal ‘een andere tijd’ was.”
Of en wat je er ook van vindt, het kan stof tot nadenken opleveren voor de manier waarop wij nu met informatie omgaan en voor digitale onderzoekers en archeologen van nu en de toekomst. Zij zullen stil staan bij dezelfde vragen: Wie legde welke informatie vast en hoe? Is deze informatie in andere bronnen te vinden of is er ondersteuning voor deze informatie? Welke andere kenmerken zijn te onderkennen (bijv. consistentie en schrijfstijl) waarmee iets over de waarde en betekenis van de informatie gezegd kan worden?In een tijd waarin we out of the box moeten denken, nepnieuws rondwaart en we houvast zoeken om de authenticiteit van informatie te waarborgen zou het boek een bron van inspiratie kunnen zijn. Of ergernis of verwarring. Voor mij is het bij ontspanning gebleven.
* In naam van Zeus: goden – raadsels – argonauten/ Erich von Däniken, 1999
Jack Karelse