Vraag over Selectielijst 2020 (5.1 – stadspas)
Beste Zaalberg,
Bij onze gemeente kunnen inwoners met een een inkomen tot maximaal 120% van de bijstandsnorm een stadspas aanvragen, waarmee ze korting krijgen op producten en diensten. De looptijd van deze pas is afhankelijk van het moment dat betreffende inwoners een inkomen genereren van meer dan 120% van de bijstandsnorm.
In de Selectielijst 2020 is de start van de bewaartermijn van een verstrekte stadspas (procesresultaatnummer 5.1) afhankelijk van het moment van afhandeling van de zaak. Oftewel, de procesinformatie over de verstrekte stadspas moet tot 5 jaar na afhandeling van de pas worden bewaard, en dan worden vernietigd.
Gelet op het feit dat een inwoner van onze gemeente ook na meer dan 5 jaar nog gebruik kan maken van een stadspas, dient de bewaartermijn omtrent een verstrekte pas mijns inziens afhankelijk te zijn van het moment dat deze pas niet meer mag worden gebruikt. Oftewel, de procesinformatie omtrent een verstrekte pas dient afhankelijk te zijn van de beëindiging (lees: van het niet meer voldoen aan de voorwaarden, waarop de beëindiging volgt). Om deze reden denk ik dat wij in onze situatie moeten kiezen voor procesresultaatnummer 8.1, en dan periodiek acties moeten zetten op het starten van de bewaartermijn.
Bent u het eens met mijn conclusie (gebruik 8.1, etc.)? En wanneer niet, welk procesresultaattype adviseert u dan om te kiezen?
Antwoord:
Bij het opstellen van de selectielijst 2017 (en dat is overgegaan in de selectielijst 2020) is ervanuit gegaan dat een stadspas een jaarlijks iets was. Inmiddels is wel duidelijk dat verschillende gemeenten hier anders mee omgaan. Als de verstrekte stadspas valt onder het Sociale Domein en meer valt onder een minimaregeling waarbij de stadspas een langere geldigheidsduur kan hebben dan 1 jaar, dan valt dit inderdaad onder het verstrekken van een voorziening en dus resultaat 8.1
In de volgende versie van de selectielijst zal dit onderscheid worden opgenomen.